Tips voor inburgeringscoaches
Goede afspraken maken
Afspreken, zeker telefonisch is niet altijd evident. Als het moeilijk is kan je indien mogelijk misschien met een tekstbericht via de gsm bevestigen. Zorg er ook voor dat je op voorhand afspreekt hoe je elkaar verwittigd als je onverwacht verhinderd bent. Goede afspraken over ‘afspraken’ zijn dus heel belangrijk. Als je hier van bij de start duidelijk en open over communiceert vermijd je frustraties.
- Hoeveel tijd heb je? - Kan de afspraak uitlopen als het gezellig is of moet jij of de ander ergens heen op een bepaald tijdstip zoals bijvoorbeeld op tijd aan de schoolpoort staan?
- Wanneer en hoe maken we een nieuwe afsraak? - Is dit telefonisch, per email? Kijken we telkens samen in onze agenda voor een volgende ontmoeting?
- Hoe en wanneer verwittigen we elkaar als een afspraak niet kan doorgaan?
- Wanneer kunnen we elkaar bellen? – Liefst enkel ’s avonds of maakt het bijvoorbeeld niet uit?
Een ander onderwerp waarover je met elkaar best goede afspraken maakt is hoe je omgaat met onkosten tijdens jullie ontmoetingen. Stel jullie gaan op café, maak je al op voorhand de afspraak dat ieder zijn eigen drankje betaalt? Als dit voor jou een punt is, durf er dan over te praten. Zorg dat je ook weet wat haalbaar is voor de inburgeraar en praat over verwachtingen. Misschien vind jij het niet erg om telkens voor de koffie te betalen. Maak dan ook duidelijk dat je niets van de inburgeraar terug verwacht en dat hij zich daar zeker niet slecht bij hoeft te voelen.
Echte regels zijn er niet. Bij Samen Inburgeren gaat het over waar jij en de ander je goed bij voelen. Zit je toch met iets verveeld en weet je niet goed hoe er over te praten? Vraag dan tips aan je coördinator.
Grenzen stellen en neen durven zeggen
Je zal misschien van de inburgeraar een vraag krijgen om iets te doen, die je liever wil weigeren. Als je beseft dat je niet op het verzoek wil ingaan maar je durft geen neen te zeggen komt dat vaak door bepaalde gedachten en denkpatronen. Zoals bijvoorbeeld “straks kwets ik hem”, of je denkt ”straks wordt hij ze boos” of “ik moet goede redenen hebben om neen te zeggen.” Dit soort gedachten zijn meestal niet gegrond. Dus in plaats van ervan uit te gaan dat iemand boos of gekwetst zal zijn kan je jezelf afvragen of dit wel zo is.
Neen zeggen heeft ook te maken met je eigen grenzen stellen. Als de ander iets doe wat je niet prettig vindt dan gaat deze persoon over je grenzen. Grenzen zijn persoonlijk en dus voor iedereen weer heel anders.
Grenzen durven stellen heeft veel te maken met je gevoel van eigenwaarde. Je denkt: “ach toe maar…” of je bent bang dat de ander je niet meer aardig zal vinden als je “neen” zegt. Je gaat dan dingen doen of toezeggen die je eigenlijk niet wilt en zegt zo in feite “neen” tegen jezelf. Goed op je grenzen letten betekent eigenlijk dat je je niet laat manipuleren. Ondanks de waardering die je waarschijnlijk wel krijgt door alle aardige dingen die je voor anderen doet, knaagt er vaak van binnen een gevoel van onvrede. Steeds maar je eigen grenzen laten overschrijden brengt op den duur een hoop stress en frustraties met zich mee. Als je systematisch je grenzen laat overschrijden gaat het plezier van de ontmoetingen verloren.
Wil je je grenzen 'bewaken'? Stel dan de volgende vragen:
- Wat wil ik zelf?
- Wat is voor mij belangrijk?
- Wat vind ik wel of niet acceptabel van de ander?
- Wat kan ik aan en wat niet?
Het komt er dus op neer dat als je een vraag krijgt die nogal moeilijk ligt voor jou, je durft neen te zeggen. Hier vind je enkele tips die dit vergemakkelijken:
- Als je een vraag krijgt, zorg dat je ze goed verstaat.
- Vraag bedenktijd.
- Als je neen zegt zal de ander ontgoocheld zijn, toon begrip hiervoor.
- Neen is geen volledige neen, niet altijd en overal.
- Je hoeft je niet te verantwoorden.
Er zijn natuurlijk wel beleefde manieren om neen te zeggen. We zetten ze hier even op een rijtje:
Neen zeggen |
|
Voorbeelden |
Zeg neen, kordaat, kalm en met de glimlach, zonder je te verontschuldigen. |
|
Neen, dat kan ik niet doen. |
Zeg neen en vertel er gevoelsmatig bij waarom. |
|
Neen, ik heb geen zin om dit te doen. Neen ik ben niet klaar om dit te doen. |
Zeg neen en geef een alternatief. |
|
Neen, nu niet, maar over twee dagen kan het misschien wel. |
Zeg neen, geef vervolgens de reden waarom je neen zegt. Trap niet in de val van excuses of schuldgevoelens, uw uitleg heeft als doel uw gesprekspartner inzicht te geven. |
|
Neen, ik ben in de onmogelijkheid om op je vraag in te gaan. Ik leg je uit waarom, ... |
Wees empatisch, leg uit dat je het belang van de vraag begrijpt, zeg dan neen.
|
|
Ik begrijp je vraag, ik merk dat dit belangrijk is. Ik was er graag op ingegaan, maar kan dit niet.
|
Zeg ja en leg uit waarom je er nu niet op kan ingaan.
|
|
Ja, ik zou je graag helpen. Ik kan je echter nu niet helpen. Maar ik wil het met plezier volgende week doen.
|