vraag en antwoord

 

Moet ik Belg zijn om te coachen?

Nee, nationaliteit of afkomst zijn geen criteria. Je moet je hier thuis voelen, voldoende Nederlandse kennen en bereid zijn om je vrijwillig te engageren.

 

Welke diensten moet ik allemaal kennen?

Als inburgeringscoach hoef je geen specialist te zijn in diensten. Het is belangrijk dat je de inburgeraar kan ondersteunen en het ziet zitten om te telefoneren naar een dienst. Als je websites kan raadplegen, kan je samen op zoek gaan naar de juiste informatie.

 

Ik ben niet zeker dat ik me voor zoveel maanden kan engageren. Kan ik toch starten?

Als de kans heel groot is dat je bijvoorbeeld naar het buitenland gaat voor een lange tijd heeft het geen zin om te starten. Natuurlijk is het soms moeilijk om te weten hoe je leven er in de toekomst zal uitzien. Het leuke aan dit initiatief is dat je zelf kiest wanneer en waar je afspreekt. Je kan dus heel flexibel zijn met afspraken. Misschien ga je al eens op vakantie of heb je het soms eens te druk. Dan kan je je afspraak altijd verplaatsen. Als je wil deelnemen, vragen we wel dat je probeert om elkaar gemiddeld om de twee weken te ontmoeten.

Bij onvoorziene omstandigheden kan je je engagement stopzetten en dan zoeken we een nieuwe inburgeringscoach voor jouw inburgeraar.

 

Wat gebeurt er na het einde?

Wanneer jullie parcour afloopt kies je zelf of je elkaar nog langer ontmoet. Normaal gezien heb je dan geen contact meer nodig met de coördinator, tenzij jullie anders overeenkomen.

 

Zijn er tips om te communiceren in eenvoudig Nederlands?

Spreek duidelijk en langzaam, maar blijf natuurlijk spreken.

Articuleer goed, benadruk belangrijke woorden en pauzeer tussen de zinnen. Neem je tijd.

Pas op met figuurlijk taalgebruik.

Probeer uitdrukkingen en woordspelingen te vermijden:

  • Aan de lopende bandwordt beter constant.;
  • Je zal dat snel onder de knie krijgen wordt beter Je zal dat snel kunnen;
  • ’t Is alleszins de moeite waard wordt beterU moet dat absoluut doen;
  • Ik kan daar in komen wordt beterIk begrijp dat;
  • Je ziet wat ik wil zeggen he? wordt beter Begrijp je?

Gebruik geen moeilijke woorden als dat niet nodig is

Gebruik je toch moeilijke woorden, leg ze dan even uit.

  • De geschiedenis of de historiek van deze kerk is interessant.
  • Logistiek betekent de praktische zaken en het vervoer.
  • Voor de aanvang of voor de start.
  • Arbeidsongeschiktheid betekent dat je een tijd niet meer kan gaan werken.
  • Een consultatie of een afspraak.

Ondersteun waarover je praat visueel

Spreek met veel gebaren (pas op met taal- of cultuurgebonden gebaren). Gebruik je mimiek en intonatie. Maak eventueel gebruik van foto’s, prenten of voorwerpen.

Gebruik transparante woorden

  • In plaats van gewoonlijk zeg je beter normaal,
  • afzeggen wordt beterannuleren,
  • vanzelf wordt beterautomatisch,
  • Drank is in de cafetaria te verkrijgen wordt beterJe kan iets drinken in de cafetaria.

Vermijd oubollige woorden.

  • Zeg als in plaats van indien,
  • krijgenin plaats van bekomen
  • je moetin plaats van je dient te
  • moetenin plaats van behoeven

Maak korte zinnen

Pas op met vaktaal

Gebruik niet onnodig vakjargon. Vaktermen in andere talen: als voor een bepaalde vakterm altijd de Franstalige of Engelstalige term wordt gebruikt zelfs op Nederlandstalig grondgebied, ga dan de vakterm niet onnodig vernederlandsen.

  • In plaats van neuroloog kan je ook specialist in hersenen zeggen.
  • Of terugbetaling in plaats van tegemoetkoming

Pas op met spreektaal

Besef dat een anderstalige zinswendingen als ‘Doe da ne keer,hebde da gezien, efkes oefenen, pakt een toespel’waarschijnlijk niet zullen begrijpen. Natuurlijk hoef je geen stijf, onnatuurlijk Nederlands te spreken. Spreektaal is charmant en zeker leerzaam voor anderstaligen. Doseren is hier echter belangrijk. Kan of wil je spreektaal niet vermijden, denk er dan wel aan te herformuleren. Of let gewoon een beetje op je taal als je een anderstalige aanspreekt.

Vermijd het gebruiken van andere talen zo veel mogelijk

Taalleerders willen heel graag hun Nederlands oefenen en vinden het meestal jammer dat Vlamingen zo snel naar het Engels of het Frans overschakelen. Probeer eerst of je kan omschrijven wat je bedoelt met andere woorden.

Vermijd kromtaal

Goedbedoelende Nederlandstaligen beginnen soms zelf gebroken Nederlands te spreken, in de hoop dat anderstaligen hen op die manier beter zullen begrijpen. Bijvoorbeeld Ik geven, jij invullen. Spreek dus liever langzaam, duidelijk, met transparante woorden en in korte, grammaticaal juiste zinnen.

Herhalen, herhalen, herhalen!

Zorg zeker dat je voldoende herhaalt. Als Nederlandstalige denk je al snel dat veel herhalen saai is, maar het tegendeel is waar als je de taal nog aan het leren bent.

Hou oogcontact!

Als je praat, hou dan oogcontact. Je ziet dan als men niet mee is. Je stelt dan ook vast vanaf waar men jou niet meer begrijpt.

Stel niet meerdere vragen in één keer.

Herformuleer je vragen

Als de anderstalige moeite heeft met antwoorden, formuleer je vragen dan anders.

Open vragen geven de meeste gelegenheid tot spreken. Als blijkt dat de anderstalige niet kan antwoorden op je vragen, formuleer ze dan als een ja/nee vraag.

Wacht op het antwoord.

Laat de anderstalige even zoeken. Wat je zelf hebt ontdekt zal je immers beter onthouden dan informatie die je kant-en-klaar aangeboden wordt en die je passief ontvangen hebt. Zelfontdekkend leren duurt langer maar de anderstalige leert meer en onthoudt meer. Als de anderstalige niet direct antwoordt, stel dan eerst enkele bijvragen. Herformuleer vragen of opmerkingen.

Niet constant fouten corrigeren.

Je kan wel eens een taalfout corrigeren, maar het mag het vlotte verloop van het gesprek niet belemmeren. Geef in eerste instantie een reactie op de inhoud, niet op de vorm.

Teveel corrigeren kan de taalleerder onzeker maken tenzij jullie hier duidelijke afspraken over hebben gemaakt. Hij zal heus ook wel leren door te oefenen en door steeds juiste voorbeelden te horen. Denk aan hoe kleine kinderen taal leren. Hun ouders corrigeren hen ook niet constant, maar herhalen gewoon wat ze zeggen… maar dan correct, zonder taalfouten.

Zorg voor een veilig en positief klimaat.

Een positief klimaat kan je creëren door de anderstalige te laten weten dat je het apprecieert dat hij/zij moeite doet om het Nederlands te begrijpen en te spreken. Benadruk dat je tijd hebt en dat het helemaal niet erg is dat de anderstalige fouten maakt. Grijp alle gelegenheden aan om de anderstalige aan het woord te laten.

Ga na of hij je echt heeft begrepen.

Wat is mijn rol als inburgeringscoach?

De rol die je als inburgeringscoach opneemt hangt af van:

  • Wie de inburgeraar is die je begeleidt. Welke behoeften heeft hij of zij? Waar staat deze inburgeraar in zijn inburgeringsproces? Misschien beschikt hij of zij al over een groot sociaal netwerk maar een gebrekkige kennis van het vrijetijdsaanbod of zijn er grote delen van de gemeente of stad die nog onbekend zijn. Wilt hij vooral taal oefenen en spreek je af dat je de inburgeraar zal corrigeren bij taalfouten.
  • Wie jij bent. Als coach neem je een rol op waar je je goed bij voelt, je beslist zelf op welke vragen je nee zegt. Als coach kan je dus bijvoorbeeld een wegwijzer zijn, een luisterpaal of een taalcoach. Sommige van deze rollen kunnen spontaan ontstaan, anderen worden misschien eerder afgesproken zoals bijvoorbeeld een inburgeraar die vraagt om zijn taalgebruik steeds te verbeteren.

Jouw rol is

  • Begrensd in de tijd – Je gaat een tijdelijk engagement van bepaalde duur aan. Het gaat over minstens twee uur per twee weken gedurende een vooraf bepaalde periode. Hierin verschilt een coaching-relatie met een vriendschapsrelatie.
  • Begrensd door de doelstelling – Je geeft informele ondersteuning bij het inburgeringsproces en geen professionele coaching of ondersteuning. Je bent wie je bent en er wordt niet verwacht dat je over bepaalde kennis of vaardigheden beschikt. Je bent geen leraar Nederlands en geen medewerker van een interimkantoor.

 

Welke competenties en vaardigheden moet ik als coach hebben om te mogen deelnemen?

Als coach ben je vooral jezelf. Er is niets dat je echt moet kunnen of weten.

De volgende vaardigheden of houdingen komen wel goed van pas:

Je hebt algemene kennis over het reilen en zeilen van de samenleving en bent vertrouwd met de lokale voorzieningen op het vlak van onderwijs, welzijn, opleiding, werk of vrije tijd, cultuur enzovoort.

Een coach moet geen specifieke kennis hebben. Je hoeft bijvoorbeeld niet alle sociale diensten of sportcentra in de buurt kennen. Wel is het goed als je bijvoorbeeld informatie kan opzoeken of internet kan gebruiken om contactgegevens van sociale diensten of openingsuren van sportcentra te vinden.

Als coach spreek je duidelijk Nederlands want een te sterk dialect zal moeilijk verstaanbaar zijn voor een inburgeraar.

Je staat open voordiversiteit, je hebtrespect, je benttolerant enruimdenkend. Je wilgeen politieke of religieuze ideeën opdringen

Als inburgeringscoach moet best wel wat geduld kunnen opbrengen, enerzijds omwille van de gebrekkige taalvaardigheid maar ook omdat het tot stand komen van de relatie wel wat tijd vraagt.

Het komt de relatie ten goede wanneer je creatief kan omgaan met zijn eigen taalgebruik door bijvoorbeeld moeilijk woorden of zinnen te herformuleren of in de plaats van te zeggen “ik weet het niet”, op zoek gaat naar antwoorden.

In het begin zal je waarschijnlijk als coach iets vaker initiatief nemen en de ontmoetingen regelen. Dat komt dan vaak voort uit het beeld dat inburgeraars van jou hebben. Jij weet beter wat er allemaal te doen is of waar jullie beter afspreken.. Dit is zeker niet altijd zo. Je kan ook afspreken om elk om de beurt een activiteit of locatie voor te stellen of jullie kiezen samen uit een lijst die je opmaakt. Wie bijvoorbeeld initiatief neemt om elkaar te contacteren voor een nieuwe afspraak zou best in evenwicht zijn. We verwachten dus niet dat je als coach de ‘trekker’ wordt en blijft.

Als coach moet je durven aangeven waar je grenzen zijn en deze duidelijk communiceren. Wanneer je bijvoorbeeld laat vallen dat je een verjaardagsfeestje geeft en de inburgeraar nodigt zichzelf uit, moet je zelf bewaken dat je je goed blijft voelen en eventueel hierover praten.

Als coach ben je alert. Je luistert goed en probeert ook tussen de lijnen te lezen. Jouw aandachtigheid helpt je om thema’s die nuttig zijn voor de inburgeraar op te merken en aan te halen. Anderzijds helpt het je om in te schatten welke thema’s of onderwerpen je best niet bespreekt.

Als inburgeringscoach leg jij de inburgeraar niet op hoe hij moet leven. Integendeel, je draagt bij aan zijn gevoel van zelfwaardering door hem of haar expliciet of impliciet duidelijk te maken dat hij of zij het recht heeft te denken wat hij of zij denkt, te voelen wat hij of zij voelt en te zijn wie hij of zij is.

Je zoekt eenbalans tussen coachen en gelijkwaardigheid. Een gelijkwaardige positie bestaat tussen vrienden. Bij Samen Inburgeren, waarbij jij de coach bent en de inburgeraar ondersteunt, kunnen we moeilijk spreken van een gelijke positie. Natuurlijk is het niet zo dat jij alles weet en de inburgeraar niets. De gelijkwaardigheid bij Samen Inburgeren zit in de uitwisseling van heel wat informatie, ook non-verbaal, over hoe jullie het leven ervaren, wat jullie gewoonten zijn, hoe jullie bepaalde zaken interpreteren enzovoort.

Je balanceert tussen bewuste keuzes en het proces spontaan zijn gang laten gaan. Hoe ga je als coach er mee voor zorgen dat de inburgeraar voortgang maakt, meer ingeburgerd geraakt? Inburgeren is een complex proces. Ga jij heel actief op zoek naar de terreinen waarop de inburgeraar ondersteuning kan gebruiken en zoeken jullie samen uit welke activiteiten jullie ondernemen? Of vind je dat de inburgeraar zelf verantwoordelijk is voor het signaleren van behoeften? Het is zoeken naar een evenwicht waar je je beiden goed bij voelt. Doen jullie samen allerlei leuke activiteiten zonder dat je op voorhand nadenkt op welke manier ze nuttig zijn, heb je er beide plezier aan en voel je dat je voldoende nieuwe ervaringen opdoet of dingen bijleert dan doe je zo voort.

Krijg ik een vergoeding als ik een uitstap doe?

Een ontmoeting hoeft niets of weinig te kosten. Vraag tips bij je coördinator.

Kan ik samen met een vriend of vriendin meedoen?

In regel vormt één inburgeraar een duo met één inburgeringscoach. Wanneer je echter graag samen met je partner of iemand anders één of twee inburgeraars wil ontmoeten, kan dat.